About Vincent van Ojen

CITATEN  (FRAGMENTEN)

Eindhovens Dagblad  19-11-2015 “Verdomd goede landschappen in het Van Abbehuis”, door Rob Schoonen:

"Landschappen zie je in het Van Abbehuis, flink wat landschappen. En om maar gelijk met de deur in huis te vallen: het zijn verdomd goede landschappen. Nu reken ik Hans van Hoek tot één van de betere schilders van Nederland, dus dat hij indruk maakt met zijn grootse doeken is niet zo vreemd. Maar ook Vincent van Ojen doet dat; hij laat verse schilderijen zien en die imponeren.

  Van Ojen staat te boek als een uitmuntend graficus. Met houtdrukken bereikt hij een niveau dat anderen amper halen. Hij heeft zich in de loop van de tijd bovendien een handschrift eigen gemaakt dat typisch “van Ojen” is, maar desondanks ook recht doet aan die ogenschijnlijk simpele, maar o zo moeilijke techniek. Dat is dubbel knap dus.

  In het Van Abbehuis toont Van Ojen echter schilderijen, waarvan een fiks deel heel recent, en je proeft dat de Helmonder met ongelooflijk veel plezier zijn landschappen en stillevens penseelt. Waar je met een guts in de hand toch ietwat geremd wordt, kun je met een kwast of penseel als een dolle over de drager bewegen en dat doet Van Ojen dan ook. De lijnen en vlakjes wolken over het doek; de stipjes, spatjes en krasjes geven een extra laag aan de moestuinen, bossen en andere landschappen.

  Ernst Ludwig Kirchner komt bij me op, maar ook Franz Marc en het werk van Karel Appel uit de jaren negentig. Een dergelijk expressief handschrift past Van Ojen als een handschoen en weet dat hij- naast de houtdrukken- ook prima te benutten in olieverf op doek. Opmerkelijk trouwens dat qua beeldtaal de kunstenaar het hoekige van de houtsnede soms óók in de olieverven laat opborrelen. Onbewust wellicht; maar juist dát geeft de schilderijen iets heel eigens. Óók opmerkelijk is dat de kleuren in vrijwel alle doeken eenzelfde waarde hebben. Nergens opvallende accenten of compositorische verrassingen; de doeken ogen daardoor opmerkelijk rustig."

 

Volkskrant/kunstkrant 2012, door Wim van der Beek, kunstrecensent:

"Zo blijft het steeds weer een genoegen om de geraffineerde houtsneden van Vincent van Ojen te zien, ongeacht de context waarbinnen ze getoond worden. Als geen ander heeft hij de mogelijkheden van de houtsnede uitgediept."

 

Eindhovens Dagblad galerie Seyant:

"Toch ogen de houtsneden van Vincent van Ojen niet houterig. Dat komt omdat hij weinig grote egale kleurvlakken gebruikt, zoals we vaak zien bij hoogdruktechnieken. Van Ojen vult de kleurvlakken juist op speelse wijze in met kleine kleuraccenten. Daardoor lijkt zijn werk haast impressionistisch. Landschappen, bloemen, fruit, alles is even sprankelend in beeld gebracht."

 

10 jaar galerie Albion Putti, Groningen:

"De houtsnedetechniek geeft hem zo veel mogelijkheden, met name op het gebied van kleur, dat hij vooralsnog alles kan doen wat hij wil. Van Ojen maakt graag stillevens en landschappen, waarbij hij het spektakel eerder in de beeldmiddelen dan in het tafereel zoekt."

 

catalogus Biënnale Nederlandse Figuratieve Kunst:

"Alleen als werk gefundeerd wordt door de traditionele beeldmiddelen zal het langere tijd als beeld blijven boeien. Beeldmiddelen als compositie en kleur, die overigens volstrekt abstract van aard zijn, vormen dan ook de basis van Van Ojen’s werk."

 

Drentse Courant, Gerard Berends, auteur:

"Dat Van Ojen in ieder geval zelf van kleur weet en, vooral, er op een goede manier mee om weet te gaan, staat buiten kijf en straalt van de wanden.  Steeds zijn het weer de compositie en de kleurcombinatie die verrassen. Een meerkleurendruk vereist meer planken, meer drukgangen, dat is precisiewerk. “Mijn prenten worden niet gemaakt, ze zijn onder constructie” zegt Van Ojen. Het valt op hoe expressief, hoe fris, hoe levendig deze prenten toch ogen ondanks het nadenkwerk, ondanks het construeren."

 

catalogus kunsthandel Borzo, “Houtsneden van Vincent van Ojen”, Marike van der Knaap:

"Je zou kunnen stellen dat het werk van Vincent van Ojen overwegend figuratief is. Toch is het onderwerp van een werk voor deze kunstenaar niet belangrijk. Het gaat hem er niet om een vaas met bloemen neer te zetten, het gaat hem erom, de belevenis van compositie van kleuren en vormen bij hem opriep, beeldend te maken, te verbeelden. Dat bepaalt het kunstenaarschap voor Vincent van Ojen. Zijn kunst moet letterlijk een beeldende kunst zijn. Of de kijker datgene wat hij ziet letterlijk herkent of niet, doet niet terzake. Het gaat Van Ojen niet om het anekdotische karakter van het werk, maar om het beeldend vermogen ervan, om de visuele sensatie die het biedt. De esthetische ervaring, die voortkwam uit een al dan niet toevallig samenvallen van kleur en vorm in zijn dagelijkse omgeving, wil Vincent van Ojen meedelen aan de beschouwer.

  Veelal zijn de composities beeldvullend. De organisatie van de kleurvlakken, als zelfstandige beeldmiddelen, heeft de hoogste prioriteit voor Van Ojen. En omdat de kunstenaar geen letterlijke weergave van de wereld nastreeft, is de ruimtelijkheid, die daardoor ontstaat, niet consistent; het perspectief verspringt meerdere malen binnen één werk. Dit gegeven voegt een nieuw element toe aan de compositie en verhoogt de spanning in de beeldopbouw."

 

Eindhovens Dagblad expositie bij Kunsthandel Max Silverenberg, 2004:

"Want Van Ojen is zo’n kunstenaar die – letterlijk en figuurlijk – werkt met begrippen als ritme, compositie, kleur, restruimten en contrast. Begrippen die nogal wat collega’s als ‘belegen’ zullen beschouwen. Maar daar heeft hij geen boodschap aan.  Hij is ook iemand die het fenomeen schoonheid niet schuwt."

 

Brabants Dagblad, Mary Winters, kunstrecensente:

"De houtsneden van Vincent van Ojen laten een grote beheersing zien. Schijnbaar moeiteloos en vanzelfsprekend ‘formeert’ hij zijn stillevens. Een traditioneel gegeven, zoals een vaas met bloemen, wat fruit, geeft hij door techniek, abstrahering en compositie een verstilling mee die weldadig aandoet."

 

Marike van der Knaap, kunsthistorica:

"Van Ojen’s werk wekt associaties op met de Japanse beeldtaal. De sfeer die er uit straalt heeft tegelijkertijd iets vanzelfsprekends en eenvoudigs, maar ook iets universeels door de grotere spanningskracht die daaronder ligt, alsof er onder de eenheid en directheid een diepere wijsheid ligt."

 

Dagblad van het Noorden expositie Kunstuitleen Leeuwarden:

"De kleurenhoutsneden van Vincent van Ojen zijn van zo’n vanzelfsprekende schoonheid en begrijpelijkheid, dat een groot publiek ervan kan genieten zonder het gevoel te hebben outsider te zijn en kennis van zaken te missen."

 

Kunstbeeld, recensie expositie galerie Elysium, 1999:

"Het begrip eenvoud is op zich zelf veelzijdiger dan men op het eerste gezicht veronderstelt. Zo is de eerste betekenis die aan eenvoud wordt toegekend dat iets niet ingewikkeld is. Een meer figuurlijke uitleg duidt op het ontbreken van praal en overdaad. En in derde aanleg wordt aan eenvoud toegeschreven de eigenschap van argeloosheid, de afwezigheid van bijbedoelingen. De essentie van de eenvoud van de kunst van Vincent van Ojen ligt in de samenhang van de drie inhouden van het begrip eenvoud."

 

De Gelderlander, expositie galerie Meander, door Martin Pieterse, kunsthistoricus:

"Kersen, pruimen en peren drukt hij in zoveel tinten dat de glimlichtjes en de eigenschappen van de schil bijna levensecht op papier staan. Desondanks is Van Ojen geen echte realist. De kleur, het licht, de vorm en de structuur van zijn onderwerpen zijn veeleer de basis van een bijna abstracte schikking. Vooral Van Ojen’s landschappen lossen op in een wervelende compositie van soms felle kleuren die, bekeken door de oogharen, tot één kleurentinteling samensmelten. Door de grote formaten van de houtsneden word je bovendien in de voorstelling gezogen, wat de ervaring nog intenser maakt. Het in Zevenaar tentoongestelde Heuvellandschap uit 1998 is zo’n prachtige kleurcompositie, een Cézanne waardig."

 

Leeuwarder Courant, Johanna Schuurman:

"Vooral aan de stillevens is goed te zien dat de kunstenaar zijn onderwerpen benadert als een verzameling kleurvlakken en daarbij net zoveel aandacht besteedt aan de restvormen als aan de voorwerpen. De techniek levert scherp omrande vlakken op die elkaar quasi slordig vaak een stukje overlappen. Van afstand geeft dat een sterke dieptesuggestie. Hoewel Van Ojen zijn voorstellingen strak regisseert, blijft het allemaal aangenaam vlot door zijn losse hand die de vormen groot houdt, nauwelijks details toe laat en tot een fraai robuuste lijnvoering leidt.

  De bosgezichten lijken van afstand veel netter en preciezer, maar van dichtbij blijken ze juist te zijn opgebouwd uit een wirwar van kleurige lijnen in verschillende richtingen. Die werken, over elkaar gedrukt , als arceringen en daaruit ontstaan tal van fraaie kleurnuances en geheimzinnige licht-donkercontrasten. Beide manieren van werken vereisen een doordachte planning en kennis van de techniek. Van Ojens verdienste is dat hij daarin niet blijft steken, maar zijn vakmanschap weet om te zetten in een heel persoonlijke beeldtaal."

 

Goudsche Courant:

"Van Ojen’s houtsnedes vallen op door de vele kleurnuances, de afwisseling tussen grotere vlakken en details en de duidelijke houtnerf. De houtnerf wordt geenszins verdoezeld, integendeel, het zorgt voor een ‘luchtiger’ effect in met name de donkere delen."

 

Meppeler Courant, expositie galerie Bakker door Paul van der Lucht:

"In 1992 ontving Van Ojen de Nederlandse Grafiekprijs omdat hij de weerbarstige techniek van de houtsnede nieuw leven in blies én omdat zijn houtsneden voldoen  aan de eis dat kunst meer moet zijn dan kunde. De expositie bij galerie Bakker bewijst dat hij twaalf jaar later nog steeds dezelfde werkwijze toepast en dat hij nog steeds dezelfde hoge kwaliteitscriteria hanteert. Toch is er met name op het gebied van onderwerpkeuze, maar ook in stilistisch opzicht en in zijn kleurgebruik het nodige veranderd."

 

Nieuwsblad van het Noorden, Linda Schregardus:

"Van Gogh zou vast gecharmeerd geweest zijn als hij het werk van zijn naamgenoot Vincent van Ojen had kunnen aanschouwen. Van Ojen’s Zonnebloemen zijn namelijk net zo sprankelend en vitaal als de struik van de oude meester zelf. Wat het intrigerend maakt is de manier waarop Van Ojen met de houtsnedetechniek zulke schilderachtige effecten en schitterende transparantie weet te bereiken, waar geen olieverfschilderij tegenop kan….

  Van de tafel waar de vaas met zonnebloemen op staat, is het bijvoorbeeld volstrekt onduidelijk waar die begint en ophoudt, of er iets op ligt, of zelfs waar die uit bestaat, om maar te zwijgen over de ruimte erachter. Maar dat maakt het juist spannend en is ook het punt waar Van Ojen Van Gogh voorbij gaat: Van Ojen’s werk is veel abstracter. Het oog wordt getrokken door duizend dwarrelende bloemblaadjes, maar raakt onderweg verdwaald in de explosie van kleuren, vlakken en vormen."

 

Wim van der Beek, recensent Kunstbeel:

"De graficus werkt met vorm en contravorm. Daarmee doet hij precies het tegenovergestelde van wat een schilder doet. Schilders keggen vast wat zij op het doek willen hebben. Van Ojen haalt de vorm die hij op papier wil hebben juist weg. Toch zijn Van Ojen’s houtsneden vanuit kleur gedacht. Hij laat zien dat met grafiek een volwaardig en bijzonder gebruik van kleur mogelijk is. Zijn houtsneden worden, vooral door de zinderende kleuren,  vaak getypeerd als schilderachtig.

  Van Ojen vindt  dat de gebruikte techniek noodzakelijk moet zijn  voor het verkrijgen van het beoogde beeld. Het moet eigen eisen stellen, en specifieke kenmerken opleveren die niet met andere disciplines te vergelijken zijn. Grafiek mag nooit een slap aftreksel van een schilderij worden."

 

Eindhovens Dagblad, Verily Klaassen, hoofd kunstzaken Rabobank:

"Wie de landschappen en stillevens met aandacht bekijkt, kan niet anders dan het vakmanschap van Van Ojen erkennen. Kleurvlakken die elkaar dan wel en dan niet overlappen, subtiele belijning en aandacht voor detail.

  In ‘Magnolia’ lijkt het verschil tussen achtergrond en onderwerp nauwelijks nog te bestaan. We herkennen een vaas en bloemen, maar de tussenruimtes tussen de takken van de magnolia zijn haast zelfstandige vormen geworden evenals de motieven in de achtergrond."

 

Eindhovens Dagblad  ”Begaafd colorist in hout” door Rob Schoonen, hoofd cultuurredactie:

"Van Ojen weet op ongekende wijze vorm te geven aan een schaaltje met kersen, een landschap of een bos irissen. Juist door traditionele onderwerpen en die eeuwenoude houtsnedetechniek ten volle te benutten."

 

Dagblad voor Noord Limburg, door Peter Janssen, hoofdredacteur De Gelderlander:

“Oh ja, op de academie vonden ze het oubollig. Er bestaat een kloof tussen een intellectuele  en een esthetische kunst, die je op je gevoel aanspreekt. Die laatste is al lange tijd ‘uit’ in de hedendaagse kunst.  Terwijl een bos bloemen over het lijden van de hele mensheid kan gaan.

Als ik naar dat stilleven op de kast kijk zie ik geen schalen en vazen, ik zie bewegingen, kleuren. Dat is altijd zo geweest in de kunst. Vroegere kunstenaars waren ook bezig met abstracte kwaliteiten. Wat doet Rembrandt méér, behalve een tafereel uitbeelden? Dan begint het pas! Daarom zie ik dat niet zo, dat verschil tussen realistisch en abstract."

 

“Huis in het bos”  uitgave stichting Cultuurfonds ‘Hertogenbosch:

"Als je de lading van kleur wegneemt, blijken kleuren hun eigen waarheid te hebben. Kleur kan, in plaats van een toegevoegde waarde, de essentie van een beeld zijn."

 

Ger Jacobs, kunsthistoricus:

"Van Ojen weet zijn onderwerpen, op sublieme wijze, boven het alledaagse uit te tillen, het gewone wordt spannend en ongewoon. Op de eerste plaats gebeurt dat door het kleurgebruik; de kunstenaar houdt zich globaal aan de werkelijkheidskleuren, waarmee hij voor zichzelf de vrijheid maakt om de kleurintensiteit naar een expressief hoogtepunt te voeren.

  Naast kleur zijn het ook de verrassende compositie en de sterke lijnvoering die zijn werk het gewone doet ontstijgen en je brengt in de wereld van het gevoel."

 

openingsspeech bij expositie galerie Meander, door R.J.P. de Leeuw ACIS:

"Het werk van Vincent van Ojen zeilde binnen op het netvlies met een stip, en een stip die alleen maar groter werd. Hoe was die bijzondere positie van zijn kunst te verklaren?  Wat veroorzaakte die lichte opwinding, die begerige en tegelijk dromerige blik, dat vage gevoel van onrust en bezittingsdrang. Ongetwijfeld kent u die samenloop van gevoelens wanneer u uw zinnen gezet heeft op een bepaald voorwerp, tijdens een veiling bijvoorbeeld. Toen, maar ook achteraf blijkt die verklaring gemakkelijk te vinden. Het werk was de voorbode van een nieuwe tijd, van andere accenten in de beeldende kunst, van een fin de siècle. Het was de opkomst van toenemende figuratie gehesen in een jas vol zakken, gevuld met verwijzingen naar de kunst van decennia en veel verder daarvoor. Maar tegelijkertijd in techniek en expressie vernieuwend, zoals niet eerder vertoond."

 

“Houtsneden, zoeken naar nieuwe wegen” door Peggie Breitbarth, kunsthistorica:

"Vincent van Ojen, een technisch zeer begaafd houtdrukker, houdt het bij landschap en stilleven. In zijn landschappen bereikt hij grote diepte en rijke kleurschakeringen. In zijn stillevens zijn de vormen en kleuren meer geabstraheerd. Van Ojen’s werk krijgt gestalte vanuit een duidelijk traditioneel ambachtelijke gesteldheid. Toch blijft het daar niet bij. Ik beschouw hem als de interessantste deelnemer aan deze grafiekexpositie."